SEAT banden

Banden

Met de juiste band, altijd grip op de weg!

Zeker zijn van een veilige rit, het hele jaar door? Zorg dan voor de juiste banden onder je SEAT. Winterbanden, zomerbanden of All Season-banden: elke soort heeft z'n eigen profiel, rubbersamenstelling en voordelen. We adviseren je graag over welke band je op dit moment het beste kunt gebruiken, en geven je tips om ze in topconditie te houden. Daarnaast kun je natuurlijk altijd zonder afspraak bij ons terecht voor het repareren van een lekke band. Dankzij onze experts ben je dan zo weer op weg.

Welke band heb ik nodig?

Autoband

All Season-banden

All Season-banden zijn in Nederland ook een goede optie, het is namelijk een compromis tussen winter- en zomerbanden en daarmee geschikt voor gemiddelde weersomstandigheden. Deze banden zijn minder geschikt voor extreme situaties zoals gladde wegen, sneeuwval of juist bij heel warm weer.

Sneeuw

Winterbanden

Winterbanden presteren juist weer beter tijdens winterse omstandigheden. De rubbersamenstelling is hier juist zodanig dat deze autoband flexibeler is. Hierdoor hebben deze banden meer grip bij temperaturen onder de 7 graden. Daarnaast hebben winterbanden diepere groeven, waardoor met name sneeuw makkelijker afgevoerd wordt. Ook dit verbetert de grip.

Autoband

Zomerbanden

Bij temperaturen boven de 7 graden presteren zomerbanden het best. De samenstelling van de banden is anders dan een winterband, waardoor het rubber wat harder is. Daarnaast bevat het profiel minder inkepingen dan winterbanden. Het voordeel hiervan is dat de remweg tijdens zomerse omstandigheden korter is.

Bandentips in beeld

SEAT Bandenservice

Top 5 bandentips

Tip 1. Controleer regelmatig de bandenspanning

Om overbodige slijtage te voorkomen, grip te behouden en brandstof te besparen, is het belangrijk dat je banden de juiste bandenspanning hebben. Welke waarde dat voor jouw model is, staat in de handleiding van de auto en vaak aan de binnenkant van de tankklep. Controleer de bandenspanning altijd bij een koude band, en tel bij winterbanden 0,2 bar bovenop de aangegeven spanning. De luchtpomp bij het benzinestation vult automatisch de luchtdruk aan tot de waarde die je invult op het display.

Tip 2. Meet de profieldiepte

Controleer tijdig de profieldiepte van je band. Als de dikte onder de 1,6 mm komt, wordt de band afgekeurd. We raden echter aan om banden met een profieldiepte van 2 mm of minder al te vervangen. Op dit punt is de kans op aquaplaning al heel aanwezig en kan je remweg, afhankelijk van de snelheid, tot wel 50 meter lang zijn. Vervang je banden dus op tijd.

Tip 3. Vervang beide banden op dezelfde as tegelijkertijd, ook wanneer slechts 1 band is afgesleten

Ongelijke banden verslechteren de grip op de weg. Door de auto te laten uitlijnen en beide banden tegelijkertijd te laten vervangen, zorg je ervoor dat je banden weer netjes gelijk staan.

Tip 4. Controleer van tijd tot tijd de band op beschadigingen

Voorkom een klapband door je banden eens in de paar maanden te controleren op grote barsten of uitstulpingen.

Tip 5. Controleer regelmatig je reserveband

Ook uit een ongebruikte reserveband kan lucht ontsnappen. Controleer daarom regelmatig de spanning van de reserveband. Heb je geen reserveband? Zorg er dan voor dat je een noodreparatieset aan boord hebt.